Speech staatssecretaris van Huffelen op iBestuur Congres 14 september 2022

14-09-2022
1462 keer bekeken

Speech iBestuur Congres 14 juni 2022 door staatssecretaris Alexandra van Huffelen

Beste collega’s en andere professionals,  

Mooi om vandaag bij jullie aanwezig te zijn op dit hybride congres. Dat we hier vanuit verschillende overheden en het bedrijfsleven bij elkaar zitten (fysiek én online), toont al aan dat digitalisering veel gezichten heeft. 

Samen staan we voor uitdagingen die we dertig jaar geleden niet hadden kunnen bedenken. De voorbeelden uit het filmpje van zojuist laten zien dat het nog niet zo lang geleden is dat we aarzelend kennismaakten met digitale technologische ontwikkelingen. 

Een leven zonder digitale toepassingen kunnen we ons inmiddels niet meer voorstellen. Vakanties, financiën en schoolzaken van de kinderen regelen we online. Apparaten worden slimmer en met de overheid communiceren we vaak digitaal. En als we naar de stad of het strand gaan kunnen we, zoals burgemeester Van Zanen zojuist al zei, vooraf even checken hoe druk het daar is.

De digitale revolutie verandert in razend tempo de manier waarop we produceren, handelen, onderwijzen, leren, samenleven en de gezondheidszorg vormgeven. 
Deze kansen wil ik graag ten volle benutten. En gelukkig heeft Nederland hierin een stevige uitgangspositie, met een uitstekende digitale infrastructuur, een goede digitale overheid, gerenommeerde technische universiteiten en een bruisend ecosysteem voor tech-startups en -scaleups. 

Toch kunnen we de digitalisering niet aan zichzelf overlaten. Dat hebben we de laatste decennia al te veel gedaan, waardoor de ontwikkeling uit evenwicht is. 

Dat zie je terug in het machtsmonopolie van grote techbedrijven, die ongebreideld data kunnen verzamelen. Tijdens een gastcollege dat ik begin deze week gaf op de universiteit van Leiden, sprak een bezorgde student zich uit over het social media gedrag van zijn 15-jarige zusje. Zij brengt uren per dag door op Instagram en het Chinese platform Tiktok. Hier wordt ze via algoritmes gevoed met een eindeloze stroom filmpjes. Ik snap en deel zijn bezorgdheid hierover.
Anderen krijgen door algoritmes op Facebook vooral negatieve berichten voorgeschoteld, waardoor ze online agressief gedrag vertonen. 
En wij allemaal zien vanwege algoritmes vooral informatie die past bij onze eigen ideeën, waardoor we elkaar steeds minder goed begrijpen en polariseren. Dit zet onze samenleving onder druk.

Hierbij speelt ook desinformatie een rol, zoals we merken bij de oorlog in Oekraïne. Rusland verspreidt aan de lopende band misleidende berichten onder mensen in het conflictgebied en onder de bondgenoten van Oekraïne. Dichter bij huis kleurt desinformatie ook onze stikstof- en klimaatdebatten, wat uiteindelijk onze democratie en rechtsorde kan ondermijnen.

Als ik praat over risico’s, zie ik gelijk de gezichten van de slachtoffers van de toeslagenaffaire voor me. Door een combinatie van menselijke fouten en algoritmen werden meer dan 25.000 mensen onterecht beschuldigd van fraude. Velen van hen eindigden in armoede doordat ze duizenden euro’s moesten terugbetalen aan de Belastingdienst. Voor deze mensen heeft de overheid gefaald. 

En het gaat vaker mis bij de overheid. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat algoritmes van meerdere overheidsinstanties, zoals de Sociale verzekeringsbank en de politie, niet voldoen aan de basiseisen. Zo ontbreekt inzicht in welke medewerkers toegang hebben tot data en algoritmes, wat kan leiden tot datalekken. En door gebruik te maken van verouderde algoritmes, ligt discriminatie van burgers op de loer.

Het komt ook voor dat overheden slachtoffer worden van ransomware-aanvallen, zoals de Gelderse gemeente Buren dit jaar overkwam. Daarbij werd een grote hoeveelheid gevoelige persoonsgegevens en vertrouwelijke informatie gestolen.

Als het gaat over risico’s, denk ik ook aan de twintig procent van de Nederlanders die niet beschikt over digitale basisvaardigheden. Hiermee draagt digitalisering bij aan de sociale ongelijkheid. 2,5 miljoen mensen lopen nu digitaal vast: in het dagelijks leven, op de werkvloer en in het regelen van hun zaken met de overheid en andere instanties.

Het is écht tijd dat we als overheid regie en verantwoordelijkheid gaan nemen. Waarbij we samen met andere EU-lidstaten werken aan sterke wet- en regelgeving voor een stevig digitaal fundament.

Een aanpak met solide spelregels en bijbehorend toezicht gaat ons op twee manieren erg helpen. 
Eén: zo voorkomen we dat Nederland een speelbal wordt van machtige technologiebedrijven of dat digitalisering een doel op zichzelf wordt. En we pakken zaken aan die dit open online leven bedreigen, zoals algoritmen en desinformatie. Dit doen we met sterke Europese wet- en regelgeving, zoals de AI-act, de Digital Markets Act en de Digital Services Act. Daarnaast werken in Nederland verschillende overheden samen aan een Algoritmenregister, een standaard voor een verantwoorde en transparante inzet van algoritmes. 

En twee: door duidelijke kaders te stellen en actief regie te voeren op opkomende technologieën als AI, kunnen wij ¬¬alle kansen die de digitalisering ons biedt ten volle inzetten voor onze samenleving en economie.
Want die kansen zijn er volop! Voor gemeenten, provincies en het Rijk. Maar ook voor het bedrijfsleven, de wetenschap en andere organisaties. 

Zo zetten we in het middelbaar- en hoger onderwijs digitalisering in voor een flexibelere opleidingsinvulling, verspreid over instellingen in Nederland en Europa. 

In de gezondheidszorg krijgen patiënten meer regie over de eigen gegevens. Gegevens kunnen straks - als de patiënt dit wil - opgenomen worden in een eigen Persoonlijke Gezondheidsomgeving. Hiermee heeft de patiënt meer inzicht in de eigen gezondheid en in de informatie die bij zorgverleners over iemand beschikbaar is.

Dankzij technologie is dit congres hybride, en kunnen we allemaal makkelijker vanuit huis werken. Er zijn experimenten met slimme verkeerslichten, bussen zonder bestuurders en real-time persoonlijk reisadvies.

Bedrijven krijgen dankzij digitalisering de kans nieuwe businessmodellen te ontwikkelen en wereldwijd actief te zijn daar waar dat eerst niet mogelijk was.

En ook in het behalen van klimaatdoelstellingen kan technologie een belangrijke bijdrage leveren: steeds meer autofabrikanten brengen elektrische modellen op de markt, in de tuinbouw wordt in duurzame kassentechnologie geïnvesteerd en in de bouw worden steeds duurzamere bouwtechnieken toegepast. Als overheid stimuleren we de ontwikkeling van deze duurzame technologieën

Ik zou nog veel meer mooie voorbeelden kunnen noemen. Ik wil dan ook voorop stellen dat ik tijdens mijn eerste periode als staatssecretaris van digitalisering ook bij de overheid al veel innovatieve digitale toepassingen voorbij heb zien komen. 

Door data goed in te zetten, kunnen we als overheid burgers ondersteunen bij het aanvragen van toeslagen of voorkomen dat ze in de schuldsanering belanden. 

Ik denk ook aan de coronacrisis, waarbij het tot op de dag van vandaag essentieel is dat we weten hoe het staat met het aantal besmettingen, de ziekenhuisopnames en de vaccinatiegraad. Alleen dankzij deze informatie kunnen we gerichte acties ondernemen. 

Kortom: digitalisering kent prachtige kansen om te werken aan een moderne, inclusieve democratie. Er gaat heel veel goed. Maar die kansen gaan hand in hand met specifieke risico’s, en dat vraagt om een digitale overheid die net zo snel doorontwikkelt als de digitale transitie zelf.

Maar hoe pakken we die regie? Dit is een van de vragen die ook centraal staat bij het samenstellen van de werkagenda die ik in oktober naar de Tweede Kamer stuur.  

Die regie pakken we door niet vanuit de technologie, maar door vanuit onze voor Nederland kenmerkende waarden naar digitalisering te kijken. Dan denk ik aan veiligheid, democratie, zelfbeschikking, privacy en transparantie.
Het is mijn ambitie dat iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk.
Het is onze opgave om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen digivaardig en mediawijs zijn. Ook voor hen moeten we zorgen dat overheidsdiensten begrijpelijk, toegankelijk en logisch vindbaar zijn. Mensen die daar moeite mee hebben, moeten we helpen. 

Zo bezocht ik vanochtend een van onze informatiepunten Digitale Overheid in de centrale bibliotheek in Rotterdam. Daar sprak ik mensen die behoefte hebben aan persoonlijk contact en offline dienstverlening. Al meer dan 3158 deelnemers hebben daar een cursustraject digitale vaardigheden afgenomen. Dagelijks worden er vragen beantwoord over gezondheidszorg, DigiD en gemeentelijke regelingen en toeslagen. Hierbij hebben we de gemeenten hard nodig.

Ook digitaal zakendoen voor je ouders, of je kind, moet makkelijker worden. 

Het betekent ook dat we in het Caribisch deel van ons Koninkrijk gaan bouwen aan een sterke digitale basis. Echt iedereen verdient betrouwbare toegang tot het internet en de digitale overheid. 

Om een twee tipje van de sluier op te lichten: ik vind dat iedereen meer regie moet hebben op het digitale leven. 
Dit betekent voor mij bijvoorbeeld dat iedereen bij de overheid diens gegevens moet kunnen inzien en laten corrigeren. Bovendien moet je als burger zelf kunnen bepalen met wie je die gegevens deelt. Daarmee stellen we paal en perk aan publieke en private partijen die allerlei persoonlijke data verzamelen, verhandelen en soms kwijtraken. 
Ook wallets en algoritmen kunnen je het gevoel geven dat je de grip op je leven verliest. 
Met wetgeving en toezicht maken we algoritmen en hun toepassingen eerlijk en transparant, zodat je op goede behandeling kunt vertrouwen. 
Ten derde is het belangrijk dat iedereen met vertrouwen de digitale wereld in kan.
- Zaken die dit veilige online leven bedreigen, zoals phising, botnets, cyberterrorisme en desinformatie, wil ik bestrijden door onder meer actief regie te voeren op opkomende technologieën. Dit betekent we wet- en regelgeving maken, maar óók dat we publieke en private organisaties ondersteunen bij de implementatie ervan. 

- Om de menselijke waardigheid, autonomie en transparantie te waarborgen, wil ik dat er een keurmerk komt dat kan worden ingezet bij alle publieke digitale aanbestedingen.  

- En ook het verkleinen van de impact van desinformatie vind ik belangrijk om de online wereld open en veilig te houden. Daarom wil ik de verspreiding verminderen en burgers weerbaarder maken. Als overheid moeten we beter weten welke desinformatie er verspreid wordt en met welke technieken. En wat eraan gedaan kan worden. Als het nodig is, moeten we als overheid optreden. 

Vier: om deze drie zaken te realiseren, hebben we een digitale overheid nodig die waardengedreven en open werkt voor iedereen.
- Juist in het digitale domein moet de overheid voorop lopen. Om te beginnen door uit te groeien tot een professionele, transparante en integere IT-organisatie met innovatieve diensten. Die de privacy van burgers beschermt. Daarvoor bouwen we een veilige en schaalbare IT-infrastructuur en we bevorderen verantwoord datagebruik. 

Dat doe ik niet alleen. Dat doe ik met een netwerk aan partners in publiek-private samenwerkingen. Kortom: dat doen wij hier met elkaar. En wat mij betreft kan het nog veel meer: bij de aanbestedingen van digitale opdrachten, het verbeteren van de cybersecurity en het creëren van een pro-actieve dienstverlening voor burgers hebben we elkaar blijvend nodig.
En waar de digitale transitie nooit stilstaat, mag ook ons gesprek hierover nooit stoppen. Zodat we elkaar als verschillende overheden, organisaties en bedrijven blijven verstaan en versterken. 
Waardengedreven digitalisering vergt een continu gesprek over die waarden. En ook over concrete situaties waarin die waarden op spanning kunnen komen te staan. Daarom is het nu tijd voor die broodnodige dialoog.

Dank u wel. 
 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen