Spreektekst Hanke Bruins Slot voor de wethouderconferentie

23-11-2022
667 keer bekeken

Spreektekst Hanke Bruins Slot voor de wethouderconferentie van 23 november in theater Orpheus in Apeldoorn.

Dames en heren. 
Veel dank voor de uitnodiging om hier te spreken. En dank mevrouw [Marcelle] Hendrickx voor uw bevlogen speech.
Vandaag wil ik u graag meenemen naar het verleden van de stad waar we ons nu bevinden. Ik wil u meenemen naar 1977. In dat jaar stond ‘Living next door to Alice’ van Smokey op 1 in de top-40, had Nederland minder dan 14 miljoen inwoners en waren de populairste jongens- en meisjesnamen ‘Jan’ en ‘Maria’.

Ik citeer uit De Telegraaf van 4 juni 1977.
‘Het centrum van de deftige stad Apeldoorn, welke vanouds zeer nauw is verbonden met ons koningshuis, krijgt een uitgebreide opknapbeurt. De buitenwijken van de gemeente, een van de grootste van het land - zijn prachtig, maar van de binnenstad deugt niet veel meer. 
Er vinden teveel activiteiten plaats in een té klein gebied, er is veel kaalslag, de behoefte aan woningen is groot, allerlei voorzieningen ontbreken, de warenhuizen staan te dicht op elkaar en middelgrote kantoren ontbreken. Voorts is het verkeer zo'n grote puinhoop, dat vreemden in Apeldoorn ogenblikkelijk ieder oriëntatievermogen kwijtraken.’
Einde citaat. 

Apeldoorn had in die jaren grootse plannen. De gemeente wilde vooruit en dat betekende dat de oude binnenstad ten prooi viel aan de sloopkogel. Historische panden maakten plaats voor betonnen kolossen. De stad dreigde haar ziel te verliezen.   
Maar wie nu door de binnenstad loopt, kan met eigen ogen constateren dat het anders is gelopen. Het meest duidelijk is dat te zien op het Marktplein. Aan de ene zijde van het plein staan historische huisjes, aan de andere moderne kantoren. 
De gemeente wendde halverwege de steven en besloot om oude gebouwen te beschermen. Om meer de balans te zoeken tussen nieuw en behoud, ook elders in de stad. En nu het Marktplein opnieuw toe is aan vernieuwing probeert Apeldoorn dat in goed overleg met de bewoners te doen.

Daar wil ik het vandaag met u over hebben. Over het zoeken naar balans, het belang van tegenspraak en het vinden van uw eigen koers. Al die zaken zijn in mijn ogen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Ik begin met het zoeken naar balans. 
Inmiddels zijn alle colleges in Nederland gevormd en bent ook u hard aan het werk. De meesten van u doen dat in een college met nieuwe collega’s. Misschien bent u wel zelf zo’n nieuwe collega. 
U vervult een prachtig ambt. Belangrijk, eervol en midden in de samenleving. Zonder wethouders zijn er geen schone straten, prettige schoolgebouwen en goede zorg. 
Ook vervult u een centrale rol bij de grote opgaven waar ons land voor staat. Zoals de energietransitie, de bouw van 900.000 woningen, de jeugdzorg en de opvang van vluchtelingen en mensen uit Oekraïne. Dat kunnen wij niet in ons eentje vanuit ‘Den Haag’ realiseren, daar hebben wij u allen bij nodig.

U doet dit vanuit een grote betrokkenheid bij de samenleving. Ik merk het voortdurend weer, als ik wethouders spreek. 
Zo liet wethouder Eugène van Mierlo me in Almelo zien hoe de gemeente criminaliteit bestrijdt door panden te sluiten en strafzaken te starten, onder meer wegens illegaal gokken. Tegelijk maakt Almelo werk van preventie door te investeren in banen, woningen en goed onderwijs.
In Zoetermeer vertelde wethouder Ingeborg ter Laak hoe zij de strijd aanbindt met discriminatie, inclusie bevordert en actief burgerschap stimuleert. 
En wethouder Jisse Otter legde me in Emmen uit hoe zijn gemeente in de wijk Emmerhout met energiezuinige modelwoningen de woningnood bestrijdt en mensen langer thuis laat wonen. 

Al die verantwoordelijkheden maken uw ambt veeleisend in deze roerige tijden. Velen van u hebben een maatschappelijke loopbaan opgegeven - of onderbroken - om dienstbaar te zijn aan de samenleving. Dat verdient veel waardering. Daarom wil ik u hier graag bedanken voor uw inzet, betrokkenheid en toewijding. 
Dank u wel!  

Door al die verantwoordelijkheden hebt u als wethouder met veel verschillende mensen contact. Met de inwoners van uw gemeente, die allemaal hun eigen belangen hebben. Met de raad, uw collega’s in het college van B&W en met de burgemeester. Met de ambtelijke organisatie en met de media. En niet te vergeten met de medeoverheden. Over dat laatste kom ik zo nog uitgebreider te spreken.
Dan is er ook nog een thuisfront, dat terecht om aandacht vraagt. Uw drukke werk kan een wissel trekken op uw privéleven.
Dit voorjaar mocht ik op het stadhuis van Gouda het eerste exemplaar uitreiken van het ‘Handboek voor de Wethouder’, dat is geschreven in opdracht van de Wethoudersvereniging en dat aan alle nieuwe wethouders is verstuurd. Als u het nog niet hebt gelezen, moet u dat zeker doen. 
In dit boek noemt Jeroen van Gool, de directeur van de Wethoudersvereniging, het vak van wethouder ‘simultaanschaken’. En ik denk dat hij gelijk heeft. Als wethouder schaakt u op verschillende borden tegelijk en bent u voortdurend op zoek naar uw balans. 

Daarom is het zo belangrijk dat u zich voortdurend afvraagt wat u nodig hebt om goed te functioneren, en wie u daarbij kan helpen. De Wethoudersvereniging kan hierbij van grote hulp zijn. Ik zou u allemaal willen oproepen gebruik te maken van de masterclasses, verdiepende leergangen en intervisie die zij aanbiedt. 
Samen met de Wethoudersvereniging besteden we ook veel aandacht aan het onderwerp integriteit. Voor het vertrouwen van mensen in de overheid zijn integere bestuurders cruciaal. Naast risicoanalyses voor aanstaande wethouders is het minstens zo belangrijk om integriteit als gespreksonderwerp regelmatig binnen het college op de agenda te zetten. 
We weten allemaal dat er in uw functie extra op u gelet wordt en u zomaar in een verkeerd daglicht kunt komen te staan. Openheid en communicatie zijn dan van groot belang. Deel uw twijfels met uw collega’s en houd elkaar een spiegel voor: wanneer doe ik het goede?

Bovenop de vele uitdagingen van uw ambt komen de intimidatie en agressie, waarmee u helaas steeds vaker te maken krijgt. Mensen die vuurwerk afsteken bij uw woning, een intimiderend appje, agressieve reacties op uw tweet. 
Boosheid en verontwaardiging horen bij uw ambt, maar agressie en intimidatie zijn niet normaal en mogen we nooit accepteren. Ik sprak hier vorige week nog over met bestuurders uit Noord-Holland en hun verhalen maakten grote indruk op me. 
Maar het gaat dieper: een aanval op een wethouder, raadslid of burgemeester raakt ons allemaal. Het hindert mensen bij hun inzet voor een betere samenleving en de vertegenwoordiging van de kiezer. Zo tast het de kern van onze democratische rechtsstaat aan en zijn vermogen om te verbinden en verschillen te overbruggen. 
Als minister zal ik daar nooit in berusten. Ik sta voor de mensen die de rechtsstaat schragen.

Helaas doen teveel bestuurders geen aangifte of proberen het zelf op te lossen, omdat ze vinden dat het bij hun ambt hoort. Dat is een misverstand. De bereidheid om aangifte te doen is de afgelopen jaren gedaald en ligt bij wethouders op 8 procent. Ja, u hoort het goed: 8 procent. Dat is natuurlijk veel te laag.
Ik zou u daarom nogmaals willen vragen: als het u overkomt, meld het in elk geval binnen uw bestuur. Bespreek incidenten met de burgemeester of uw collega-wethouders. En doe aangifte. Zo krijgen we meer inzicht in agressoren die op verschillende spelers in de gemeente druk proberen uit te oefenen. 
Daarom ben ik verheugd dat het kabinet structureel 10 miljoen extra investeert in het weerbaarder maken van het openbaar bestuur.

Dit brengt mij bij mijn tweede onderwerp, naast het vinden van balans. En dat is het varen van uw eigen koers. In de bestuurlijke wervelwind waarin u zich dagelijks begeeft, kan het u enorm helpen om uw eigen koers en toon te vinden. 
Dit betekent allereerst dat u uw oor te luister legt in uw dorp of stad om te weten wat er leeft in de samenleving. Maak daarbij vooral gebruik van de kennis, ervaring en netwerken van uw ambtenaren.  
Daarbovenop komt het belang van tegenspraak. Laat uzelf tegenspreken en spreek uzelf uit, als iets niet klopt, het anders zit of anders moet. Stimuleer en verwelkom tegenspraak bij uw ambtenaren, uw collega-wethouders en iedereen met wie u verder samenwerkt. Ik heb mezelf dat ook nadrukkelijk voorgenomen, want het gaat niet vanzelf. Mijn devies is: een week zonder tegenspraak is een verloren week. 

Het belang van tegenspraak en weten wat er leeft in de samenleving vormen in mijn ogen noodzakelijke ingrediënten voor wat ik zie als de grootste opdracht van de overheid. En dat is het herstel van de verbinding met de samenleving.
Veel mensen vragen zich af of politiek en overheid de uitdagingen die op ons af komen wel het hoofd kunnen bieden. Sommigen hebben zelfs het gevoel dat de overheid zich met de rug naar hen toe heeft gekeerd.
De afgelopen jaren ging het te vaak over een overheid die doelgericht en efficiënt moet zijn. Maar soms valt iemand tussen de wal en het schip en is iets wat rechtmatig is tegelijk onrechtvaardig.

Om de verbinding met de samenleving te herstellen moet de overheid betrouwbaar zijn en waarmaken wat ze belooft. Zo’n overheid moet mensen niet als klant of kostenpost beschouwen, maar zich in hen verplaatsen en naar hen luisteren. Zij moet niet alleen op regels letten, maar ook kijken hoe haar handelen voor mensen uitpakt. 
Daar ligt een grote opdracht voor ons allemaal, voor ons in Den Haag voorop. Overheid en politiek dienen ervoor te zorgen dat wetgeving, beleid en uitvoering veel meer één geheel vormen. 
Goede wetgeving en prima beleid zijn weinig waard, als de uitvoering het niet aankan. Dit betekent ook dat positieve en negatieve signalen uit de uitvoering op tijd en snel bij de beleidsmakers terugkomen. 

Om die opgaven te vervullen en een betrouwbare overheid te zijn, hebben wij als overheden elkaar hard nodig. Want de zorgen en vragen van mensen vormen voor jullie de dagelijkse realiteit. Jullie staan in de frontlinie bij de vele opgaven die op ons afkomen.  
Daarom moeten we samenwerken als één overheid. Moeten we elkaar vertrouwen, helder en eerlijk met elkaar communiceren en de bereidheid hebben om van elkaar te leren. Ik noem dit de ‘software’, de zachte kant, van onze samenwerking.
Maar ook de ‘hardware’, de gereedschapskist, moet kloppen. Dan heb ik het over duidelijke kaders voor de inrichting van het openbaar bestuur en over de beschikbaarheid van een goed instrumentarium, zowel bestuurlijk als financieel. 
Hierbij werk ik onder meer aan een uitvoerbaarheidstoets voor beleid dat decentrale overheden raakt. Daarnaast ben ik bezig met een actualisatie van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen en met een financieel stelsel dat opgaven, taken en middelen beter met elkaar in balans brengt.

Vooral dit laatste betekent dat we met elkaar moeten spreken over financiële middelen. Voor de korte termijn hebben we stappen kunnen zetten, met 1 miljard extra voor 2026. Daarbij krijgen gemeenten en provincies vanaf de lente van 2023 voor de komende jaren elk jaar zo'n 300 miljoen extra voor de gestegen prijzen.
Over de lange termijn hebben gemeenten nog wel zorgen. En ik begrijp die zorgen. Samen met het VNG-bestuur hebben we opties verkend en gesproken over de financiële situatie van gemeenten na 2025. Een nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten voor die periode is geen makkelijke opdracht. De huidige economische omstandigheden maken het extra uitdagend. 
Tegelijk blijven we met elkaar in gesprek en verkennen we oplossingsrichtingen. Ik weet dat gemeenten behoefte hebben aan duidelijkheid over hun lange termijnfinanciering. Die moet er dan ook komen.

Dames en heren. Aan het eind van mijn verhaal keer ik nog één keer terug naar 1977. Want wat er toen gebeurde in Apeldoorn leert ons dat een koersverandering altijd mogelijk is. Dat we nooit het contact met de samenleving moeten verliezen. En dat we anderen moeten tegenspreken én luisteren naar de tegenspraak van anderen.   
Dat gaat niet vanzelf en vraagt veel van ons allemaal. Toch is het onze gezamenlijke opdracht en verantwoordelijkheid als bestuurders. Samen moeten we bouwen aan een Nederland dat klaar is voor de toekomst. Niet voor onszelf, maar voor de inwoners van onze gemeenten. 

Dank voor uw aandacht.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen